De motorische vaardigheden van kinderen gaan achteruit en dat is zorgelijk. Onder deze vaardigheden valt bijvoorbeeld balanceren, vangen, gooien en springen. Het leek ons goed om eens wat tips & tricks van onze eigen sportmedewerkers te delen, die gaan over hoe je bewegen makkelijk kunt uitlokken en er ook een vrolijke bedoening van maakt!
Allereerst wat uitleg over het belang van bewegen. Bewegen heeft een positieve invloed op de motorische en cognitieve ontwikkeling én op de concentratie van kinderen van nul tot vijf jaar. Bewegen levert bovendien een positieve bijdrage aan:
- het aanleren van persoonlijke, sociale en emotionele vaardigheden;
- de bot- en spierontwikkeling;
- de ontwikkeling van de hersenen, die bijdraagt aan creativiteit en het probleemoplossend vermogen;
- het leren kennen van je eigen talenten;
Het is zelfs zo dat kinderen die motorisch niet zo goed ontwikkeld zijn, minder plezier beleven plezier aan bewegen. Ze komen langs de zijlijn te staan, omdat ze niet goed meekomen bij het spelen of gymmen. Ook leren ze minder goed om met risico’s om te gaan.
Bij Montris zijn we gek op beweging! Daarom zijn we natuurlijk blij met onze medewerkers die een sportachtergrond hebben. Maar het stimuleren van beweging kan echt iedereen! Dus bij deze dagen we jullie, lezers van deze blog, uit om deze tips en tricks eens in de praktijk te brengen. Het zijn tips van onze locaties, maar die zijn thuis, met meerdere kinderen, ook prima uit te voeren! Ook geschikt voor bijvoorbeeld een verjaardagsfeestje.
danstoernooi oftewel ‘de stopdans’ te doen: muziek en discolamp aan en de kinderen beginnen gelijk al te dansen. Beweeg je nog als de muziek stopt, ben je af!’
Giorgio, BSO de Wester; ‘Wij deden De Mini-Estafette, waarbij kinderen niet alleen bewegen, maar ook samen moeten werken. Vorm twee teams, geef die drie doekjes, rood voor het ene team, blauw voor het andere. Begin met de Bottle Flip Challenge, als de fles rechtop staat, mag je door naar het parcours. Je rent naar een van de twee vierkantjes (die ik op de grond heb getekend), hier moet je tien keer in en uit springen met je benen wijd. Dan ren je door naar het Boter, kaas en eieren-spel, dat ook uitgetekend is op de grond. Hier leg je een van de doekjes neer. Het doel is om drie op een rij te krijgen. Speler 1 rent terug, tikt speler 2 aan. Als drie spelers hun doekje in het boter, kaas en eieren-spel hebben gelegd, mag de vierde speler uit hetzelfde team één van de doekjes verplaatsen om te proberen om zo drie op een rij te krijgen.Door de beweegopdrachten simpeler te maken kunnen ook peuters het parcours met verschillende soorten beweegopdrachtjes doen. Je kan dan het wedstrijdelement er uithalen en gezellig achter elkaar de opdrachten doen.’
Roy, BSO De Leemkuil; ‘Soms waren de kinderen niet enthousiast over bewegen, vandaar dat ik ben gaan experimenteren om beter bij de belevingswereld van de kinderen aan te sluiten. Zo koppel ik bijvoorbeeld het thema aan een beweegactiviteit; pinguïn-tikkertje of mummie-tikkertje. Als je getikt bent dan moet je bewegen als een pinguïn of bij het mummie spel juist bevriezen.
Een ander succesnummer is ‘Lekker- en viesland’! Maak 2 lijnen in de ruimte en plaats daar tussenin een tikker. Achter de ene lijn ligt lekkerland en achter de andere lijn ligt viesland. De tikker roept elke keer een soort etenswaar (patat, spruitjes) en de kinderen moeten kiezen of ze het lekker of vies vinden en naar het betreffende land rennen (of juist blijven staan). Als ze over de lijn rennen kan de tikker de kinderen af tikken. Een variant is ‘leukland en niet-leukland’. De tikker kan dan bijvoorbeeld ‘kermis’ of ‘pesten’ roepen (waar ook weer mooie gesprekken uit kunnen komen).
Tot slot de tip: niet te ingewikkeld denken. Een beweegactiviteit kan spontaan ontstaan, het hoeft niet altijd met een ingewikkelde voorbereiding of veel materiaal te zijn. Je kan bijvoorbeeld tussendoor een aantal (zachte) ballen uitdelen aan de kinderen en maar kijken wat ze ermee doen. Ik heb nog zoveel ideeën; ‘surf’-les, judo, acrobatiek, yoga… Teveel om op te noemen!’
Meer inspiratie nodig voor de kleinere kinderen? Het kan heel simpel: Denk aan beweegliedjes zoals ‘Hoofd, schouder knie en teen’ en ‘Schipper mag ik overvaren’. Je kunt gevarieerd beweegspel doen door stapstenen neer te leggen op de grond. Je kunt met de kinderen bedenken hoe je er op verschillende manieren over de stenen kunt stappen: stampend als een olifant, sluipend als een tijger, met ministapjes van een muisje, springend als een kangoeroe. Ook de inrichting van de ruimte kan het bewegen nog meer uitlokken. Denk aan een wobbel, een klimelement en buizen waar kinderen ballen doorheen kunnen gooien.
Veel succes!
DOOR IRIS EN ANNE
pedagoog en pedagogisch coach Montris.